Zittend, om mij heen
Twee personen, dezelfde gedachten
Hetzelfde uiterlijk, toch heel alleen
Spreekt mijn hart voor zich
En ik luister,
Starend voor mij uit
Terwijl ik mijzelf de moed influister
Voel de warme adem vult mijn gat
Mijn lippen spreken woorden
Vochtig van de hartstocht uit mijn ogen,
Toch niemand kan mij horen
Door het brok blokkeert mijn keel
Beeld mij in, een zwak wit licht
Verheldert het zwarte gat, dat
Gapend op mij wacht, terwijl ik , met al mijn zielswil, net in evenwicht
Balanceer op het zijde draadje van mijn leven
Een vloek ontsnapte uit je mond
Meegevlogen met een laatste beetje adem
Wat ik mij kon veroorloven, hoe wankel ik net stond
Ben ik door jou adem weggevlogen, waar ik door duisternis werd opgezogen