Het monotome geluid van
de richtingaanwijzer
me langzaam wakker knipperend
begon me te irriteren
Ik was nat
een beetje door de regen
en 't meeste door m'n tranen
Je deed alsof je niks zag
en zei niks, niks om me te troosten
Je keek alleen alsof je verwachtte
dat ik iets zeggen ging
Het stoplicht eindelijk op groen
en je bracht me thuis
Ik voelde me opgelucht-hoefde niets meer te zeggen
Zachtjes begon ik 't liedje
op de radio mee te neuriƫn
Je zette de radio harder- dat was zo'n lief gebaar
Zing maar zeiden je ogen
We zijn er-zei je
we waren er
ik glimlachte en deed de deur open
Je legde je hand op m'n been en keek
Je keek me heel langzaam aan
Toen zei je eindelijk iets
De stilte werd onderbroken
"Sterkte"
Ik knikte en huilde. Ik liep
m'n huis binnen. ik keek naar je auto,
maar je bleef staan. Ik liep terug naar je
en ik huilde nog steeds
Je keek me aan en nam me in je armen
"Meisje toch"... zuchtte je
Ineens vond ik waar ik zo lang naar op zoek was geweest:
een vriend