De momenten dat je voor me staat,
dan voel ik me zo klein.
Je handen lijken zo groot,
en toch, ik ben dat kleine meisje niet meer.
Je lijkt dan te groeien,
overmacht,
macht over mij.
dan volgt er weer een klap.
Zo zal het lopen,
voor altijd,
zelfs wanneer ik groter ben,
krijg je me toch nog klein.