Zoals je daar voor me zat,
zo charmant en zo knap,
je veroverde m’n ziel meer en meer.
Jouw lieve blauwe ogen deden me dromen,
zo blauw als een zee waarin ik wil verdrinken.
Met een blik vol liefde staarde ik je aan,
smachtend naar jouw zachte lippen.
Zoals een man zich hoort te gedragen
charmant en vol respect
durfde ik je niet aan te raken,
toch moet je weten,
weten hoe ik zat te smachten,
smachtend om die lippen vurig te kussen.
Je liet me reeds weten dat je daar zat op te hopen,
nu kan ik je al beloven,
mijn lippen zullen zich vurig om de jouwe sluiten,
want die kus valt niet meer te stuiten.