Ik zag het blauwe zwembad,
gevuld met lichtgroen water.
Iedereen was van huis en
ik stapte nader
Helaas heb ik al jaren
geen echte zwembroek meer
Waarom moest ik ze sparen
passen deden ze al lang niet meer.
Ik lette op ieder geluid,
ook de buren waren weg.
Ik trok mijn T-shirt uit en
plaatste mijn broek op de heg.
Zo stond ik in mijn zomersslipje
aarzelend aan de rand en wacht.
Ik voelde met een teen en tipte,
zo koud had ik het niet gedacht.
Maar met de moed van een soldaat
stapte ik er helemaal in.
Na een beetje kouwelijk gewaad,
zette ik me neer in het bassin.
Ik voelde de verkoeling van het nat,
dat ik buiten al die jaren gemist had.
Todat ik een been voelde tegen het mijne,
Lilian kroop erbij, en zonder gène.
Zo hebben wij elkanders ruggen afgekoeld,
besprenkeld met het gulle water.
En wij heben mekaar gevoeld,
En niemand was een prater.
Ik droogde voorzichtig haar naakte rug,
en zij de mijne.
Naar mijn goesting veel te vlug,
maar de inwoners kwamen terug.
Die kleine gevoelens, houden liefde sterk,
ik zou ze niet meer kunnen missen,
zelfs niet voor het aangenaamste werk,
zelfs niet met andere gekeurde missen.