Als mijn armen vleugels waren -
kon ik nu vliegen.
Want gestrekt als ze waren,
ontving ik jou in mijn hart.
Jij liep paraderend -
in mijn hoofd.
Zat altijd eerste rang,
tot jij anders deed.
Je verdween als sneeuw,
voor de zon.
Alsof jij me niet meer wilde,
met open armen.