Elke zucht van verlangen
liet haar zuchten naar meer
Ze vond zijn lichaam zo mooi,
elke vorm was zoals zij zich
in haar gedachten gevormt had,
elke tint huid
was zo glad als zij gedacht had
elk heuveltje
elk haartje
elke vezel
en elke bot
paste zo perfect
bij zijn lichaam.
elk vlekje dat op zijn lichaam
voor eeuwig herinnerd blijft
bleef ook voor eeuwig
in haar gedachten
weergegeven als ze aan hem dacht.
Hij
Hij was knap,
Hij was mooi
De kuiltjes in zijn wangen
als hij lachte
liet haar lachen.
Elke traan die lang zijn
mooie gezicht rolde
liet hij door haar
drogen.
Zijn haar,
was goed zoals het was.
Zijn neus,
zijn neus was als een
blad van een bloem,
en zijn lippen,
zijn lippen
lieten haar beven,
lieten haar verlangen,
lieten haar voelen
die eeuwige zoenen
want als je naar zijn lippen keek
voelde je al de afdruk
die later
afgedrukt zou worden.
Zij,
Ze vond hem zo mooi
Ze vond hem zo schitterend,
elk plekje van zijn lichaam
vond zij wonderbaarlijk
zijn lichaam
was als het fluweel
van de roos
die hij was,
een roos,
een roos bij elke hartklop
een roos bij elk licht,
een roos bij elke nacht en dag,
tot hij verwelkte
en brak
bij de avondzon.
Hij was een roos,
een stempel,
een ster
een zucht
en hij was meer
meer dan dat,
hij was alles voor haar.
Maar nu,
nu was hij slechts als een afdruk
van een stempel
op haar lichaam
gedrukt,
een afdruk
die eeuwig zal blijven
op haar lichaam en meer..
-Voor haar, is hij niet dood,
maar is als een herinnering,
als een roos in haar hart,
achtergebleven.-