Het huis versteende in zijn gedachten
vol vergane glorie en oude weelde
Een eenzame eredame naast grotere adel
die allen onder dezelfde sluier zuchtten
Jaren leegstand of nog één oude bewoner
die opbokste tegen de tijd in de avenue
Eens pronkte het huis met zijn prachtige tuin
bloemenperken en schaduwrijke terrassen
de kamers waren luchtig en rijk versierd
duurzaamheid stelde geen vragen.
Er werd gelachen gedanst en gefeest
gemind, gevloekt geroddeld geknarsetand
knechten waren de werkers van het laatste uur
met al hun beste krachten omdat het hoorde.
Langzaam op zwarte sokken sloop het verval
langs de ramen vermomd als een leger ratten
die uiteindelijk de scpeter overnamen
en er hun koninklijke burcht bouwden
stelden geen waarom kenden geen daarom
hun antwoord kreeg je vanzelfsprekend