breed
en warm
golven woorden
over lippen
dorsten vingers
langs
liefde, rood
en gewillig
jouw vuur
wil ik zijn
in duizeldiepe kreten
jouw stroom
die in extase schreeuwt
je bent mijn oorsprong
je geurt zo
speels
naar kleine rozen
zo lispelzacht
in het vreemde zwijgen
en wanneer
je schouder naar
morgen danst
waait het leven
door onze lijven wanneer
ik je uit de nacht bemin