Onder mij door loopt het water en de wind waait door mijn haren,
ik voel de kilte van het staal, door mijn verrot gelopen blaren.
Mijn hele huis die later ik achter, in mijn tas tegen de brug,
er staan hier honderden huizen vrij, want niemand komt hier ooit meer terug.
De man naast me heeft een telraam en weet dat zijn moment nu daar is,
hij oefent met een kleine sprong want voor je het weet dan spring je mis,
Als ik bij drie ben ga ik springen, begin ik mijn buurman te vertellen,
maar ik zal hier eeuwig staan, want ik heb nooit leren tellen.
*_*