Ach als je mijn hunkering toch eens kon zien
kon proeven
kon voelen
je zou het niet eens snappen
met je mooie blonde kop
en vage rare kapsel
met haren soms recht op
mijn hunkering naar meer
naar vrijheid en bedrog
naar slapelose nachten
en ach wat dan nog?
Je zou gewoon moeten weten
dat ik meer wil,
dan jou alleen. Dat ik meer liefde wil
en wel 100 armen om me heen.
En ach wat kan het jou toch schelen.
Zoek verkoeling bij de nacht
met je vreselijk koude hart.
Maar je handen o zo zacht.
Ik lach je uit,
Ik weet niet hoe,
Maar altijd, altijd,
kom ik toch weer naar je toe.