Een heel oud lelijk eendje
In een heel oud lelijk eendje,
Rij ik over een snelweg,
Vol met dure auto’s,
Van zakenmensen met dure koffertjes
En piepkleine gsm’s
Een file van 10 kilometer
Voorspelt het halfdode oude radiootje,
Nou ja, harder dan honderd kan ik toch niet,
Met dit lelijke eendje
’s Avonds laat,
rij ik over een verlaten boerenlandweggetje
waarop ik slechts een keer in het halfuur
een tegenligger tegenkom
Vaagjes ruik ik de koeienmest,
Die vanmiddag waarschijnlijk op de wei is gestrooid
Het dak klappert,
En een koude, snijdende wind,
Waait dwars door dit oude lelijke eendje
De volgende ochtend,
Rij ik nog steeds rond,
Ik kijk op de benzine meter,
En bedenk me dat ik nog moet tanken,
Ik stop bij het eerste benzinestation
En gooi dit oude lelijke eendje vol,
Zodat ik straks weer een kilometertje of driehonderd kan rijden
Eenzaam rondrijdend in dit oude lelijke eendje,
Zie ik allerlei mooie dure auto’s langs mee heen racen,
En toch,
Ben ik gelukkiger in dit oude lelijke eendje,
Dan eenieder in een dure Mercedes