Er was een tijd dat ik eerlijk was in wat ik deed en liet.
Een tijd waarin ik mij hield aan principe.
En nu doet ik dat niet.
Ik had een doel,
geleid door puur gevoel.
Ik had een gevoel voor eer,
maar nu zal het nooit meer dan een droom zijn.
Een kinderlijke droom uit mijn jonge jaren.
Een illusie die ik lang geleden heb laten varen.
Ik wilde opkomen voor al wat onrecht genoemd wordt.
Zoals een ridder die zich in een strijd stort.
Ik had een droom die nu lang geleden lijkt.
Heb mijn leven met andere ideeën verrijkt.
Ben veranderd, niet in positieve zin.
Zou willen terugkeren naar het begin.
Opnieuw beginnen, harder werken voor wat ik wilde zijn.
En het meer laten worden dan slechts schijn.
Nu is het te laat, geen ommekeer meer in zicht.
De deur naar het verleden is voor eeuwig dicht.
Alles wat ik was, eens wilde zijn,
is nu niet meer dan schijn.
Niets overgebleven,
van al waar ik voor wilde leven.
Wat ik was, is geen heden,
wat ik was, is enkel verleden.
Wat ik ben, is pure zonde,
al het moreel verslonden.