’S Morgens opstaan …
‘S morgens opstaan, mezelf klaarmaken
een nieuwe dag, dezelfde van gisteren.
Tussen het opgejaagd wild,
verplaats ik me in tijd en ruimte,
op weg naar mijn werk, waar spiegels elkander niet kennen.
Deze wereld waarin ik leef,
voelt aan zoals waterrimpels in een meer.
Steeds meer uitdeining krijgt de afgunst,
‘k moet bijna dagelijks kotsen van afkeer.
Mijn ego als een toren zo hoog,
had vroeger de kleuren van een regenboog,
Nu rest alleen nog maar grijs,
van ellende doorspekt gepeins.
‘K wil opvallen midden het geruis,
zorg dragend voor wat ze noemen gespuis.
Noem me bij m’n naam en ik word doof,
zeg me dat het goed is en ik dicht de kloof.
Therssen Marc