Ik ben een rode roos, die zich ontplooit bij zonneschijn
en zich sluit bij duister.
Ik ben een mooie rode roos, met mooie rode blaadjes
die mijn hart als kelk omringen
en beschermen tegen licht.
Ik ben een mooie rode roos, in bloei,
maar als er storm woedt verlies ik al mijn blaadjes
die mijn hart omringde als een kelk en beschermden tegen licht.
Nu ben ik nog een lelijk, groen hartje,
zonder mooie, rode blaadjes als kelk, enkel nog het hartje,
de weerspiegeling van mijn ziel.
En badend in licht, zal mijn lelijk, groen hartje,
nieuwe, mooie, rode blaadjes krijgen, die mij omringen als een kelk
en mij laten genieten van de zonneschijn.
Dan word ik waarheid, een groen hartje met rode blaadjes!