Leven leefde,
doodde haar leven
liet haar verdrinken in de wereld,
de wereld,
die haar raakte
een bliksemschicht
raakte haar
zoals de wereld dat deed,
de bliksem trof haar
en doodde haar.
leven leefde
doodde haar leven
liet haar verdrinken in de wereld
de wereld die haar raakte,
die haar trof,
als de dood
van de bliksem.
ze werd geraakt,
dood op de grond,
daar waar haar appel
roerloos bleef liggen.
dood, haar dood,
stil liggend
naast de roerloze appel,
die niemand ooit zag.
ze werd geraakt,
ze trof de grond
haar appel viel
en bleef roerloos liggen,
langzaam wegrottend met haar lichaam.
ze bleven roerloos liggen,
de appel en zij.