Het is een afscheid.
Ik ga worden wie ik worden moet
zwaaiend naar jullie, met een
zwaar gemoed en vol
onzekerheid.
Nu de deur voor me openstaat
miezert het buiten door
vertroebelt mijn blik
sta ik willoos.
Maar ik weet dat ik moet en ik zal
gaan, verder op de weg;
ik zal leren.
Ik stap in de trein naar morgen
en laat me meevoeren
op het deinende ritme van leven.