De halve dacht aan vroeger. Toen ze hem uitscholden voor rooie. Niet dat hij dat heel erg had gevonden. Ieder mens wil immers bijzonder gevonden worden.
Als halve werd hij niet uitgescholden. Wel werd hij meewarig aangestaard. Medelijden was na de holocaust het ergste wat hij zich kon bedenken. Dat moest dus zeer lastig zijn geweest voor de Russische en Amerikaanse soldaten die als eersten de kampen bereikten.
“Smaakt het?”
De halve werd woest in zijn mijmeringen onderbroken. Nu was zuster Ursula alsnog eerder klaar met eten dan hij. Zou dit wat zeggen over zijn hartstochtelijkheid wellicht?
“Zeker, je kookt net zo lekker als dat je rookt, en het is nog gaar ook”, antwoordde de halve.
“Vind je een vrouw die rookt sensueel dan?”, vroeg ze met een grimas die naar een beddriedaagse deed verlangen.
Nu maar hopen dat we het onder de 32 graden houden, dacht de halve.
(wordt vervolgd)