Lopend in een doolhof, zonder te weten of ik links of rechts moet gaan.
De weg is onzeker, ik probeer de juiste afslag te begaan.
Jij bent op m'n pad gekomen.
Met de tijd laat jij m'n bloed steeds sneller stromen
en m'n hartje steeds sneller slaan.
Maar moet ik je nu loslaten met een kus en een traan?
Tranen zijn er al genoeg gevloeid,
maar kan het niet zijn dat wat wij hebben tot meer uitbloeid?
Ik loop verder met de gedachte aan jou nog in m'n hoofd,
misschien had ik niet mogen toelaten dat jij m'n hartje hebt verdoofd.
Je maakt me verwart,
omdat je ons de kans niet geeft van een start...