Mijn gevoelens gedijen (verzinken,
dompelen onder en worden gebruikt
als garnituur bij een zalmbuffet) op
de kleur van aubergine hoop.
De pastoor luistert,
hij poetst zijn gouden bril
in de biechtstoel.
Ja! stikte ze
mijn mond staat op huilen!
(Bij sommigen gelijk aan een opengesperde
oester, bleek en glinsterend druipt het
vochtvlees) dacht ze.
Mijn mond staat op huilen! en mijn
hart is vertrapt door zijn woorden!
alvorens gesmoord en gekookt in
verlangens!
Ja! dat is zo. denk ik.
Zoals het ogenschijnlijk verborgen onuitgesproken
ondoordringbare ontastbare ongrijpbare.
Je bent bij deze verlicht.