Ik bouwde een muur,
rondom mij
Een muur als zelfbehoud.
Ze was zo stevig
dat op den duur
de ruimte stil werd en koud.
Ik groef een gracht,
rondom mij
En vulde ze met water.
Maar de stroom
kreeg zo'n kracht
dat ik niet zwemmen kon later.
Als men iedereen buiten sluit
als men zich behoeden wil
voor alles wat het menszijn betreft
wordt men grauw en kil
en zo eenzaam dat de dood ons treft.