Een sprint
Vanuit het donker sprint ik,
De fakkels tegemoet.
Ingesloten door doornstruiken,
zie ik mezelf in vrijheid.
Eindelijk het licht gezien,
Dat mij red uit duivelstrik.
De volle maan, het donker,
Compleet verleden tijd.
Nu alleen het daglicht nog,
Dat wil ik nooit meer kwijt.