Al regent of stormt het, hagelt het bakstenen uit de lucht,
al komt het moment dat de zon achter de horizon verdwijnt …
Telkens jij voor me staat en in m’n ogen kijkt,
lijkt het net of diezelfde zon nog steeds in m’n ogen schijnt.
Al heb ik je nog maar enkele, nog maar twee keertjes gezien,
al lijken die twee keertjes nooit te kunnen volstaan …
Telkens gaf jij me die twee keertjes dat gevoel,
het gevoel dat de tijd even stil lijkt te staan.
Al was het niet zomaar een avond, niet zomaar een feestje,
al was het misschien zo’n avond dat zulke dingen kunnen gebeuren …
Telkens wanneer je het niet verwacht, gebeurt het toch,
datgene wat je leven weer zou kunnen gaan kleuren.
Al heb ik het idee, ben ik er zelfs vrij zeker van,
al weet ik wel dat je niet bereikbaar bent … niet voor mij …
Telkens ik aan je denk, herleeft toch die hoop,
de hoop dat je niet hoog gegrepen zou zijn.
Al vind je dit lachwekkend, vind je dit maar sentimenteel gezwets,
al vind je het zielig dat een simpele kerel als ik dit naar je schrijft …
Telkens je dit soort dingen zou denken, weet dan heel goed
dat jouw naam in m’n hart staat gegrift en dit zo blijft.