Ik voel het angstzweet.
Zwetend bekijken ze me, vol van angst
Kruip door het oog! door het uitgeholde oog!
Ik spring door het gat. Het zweet,
het zweet, dat druipt langs mijn slaap,
mijn ogen, onder mijn borsten stroomt
een rivier van druppels en lijntjes.
Ik voel me net als Karel Appel,
woedend van de vervende inspanningen.
Het zweet,
het schilderij zweet druppels verf.
Gouden ogen bekijken het slagveld,
bebloede handen kraken en
gelikte schoenen schuifelen over
de botjes, potjes, verfspatten.
Geurend.
Het is niet meer te doen,
het geeft me een walgelijk gevoel van eenzaamheid,
jouw afwezigheid (ja ik ben je kwijt)
Ik ben niet bestaand, non-listed.
Ik kleur als een bezetene mijn
menszijn in met pasteltinten.