Ik ben boos,
Op die ziekte die jou heeft beslopen,
en van mij weg heeft genomen.
Ik ben verdrietig,
Omdat er niet zal zijn als ik groei,
Omdat je mij niet zult zien slagen.
Ik ben jaloers,
Op de mensen die wel hun opa hebben,
Maar niet inzien hoeveel hij betekend.
Ik ben gevoelloos,
Omdat ik alles even niet meer snap,
Door de klap, die kreeg toen ik het hoorde.
Maar nu begrijp ik het.
Ik ben blij,
Dat jij van je pijn af bent.
Het is beter zo.
Voor ons zal het zwaar zijn,
Maar voor jou het beste.
Veel Liefs,
Je grote kleindochter.