Pieperotje, de kleine zon, had al een paar pasjes gezet en Nalufientje, het mooie maantje, was ook al bijna op weg toen ze een klein stemmetje hoorden roepen "Wacht, wacht op mij… mag ik ook meedoen?". Pieperotje en Nalufientje draaiden zich om en keken Waksimo, het kleine reuzenkind, vragend aan. Waksimo keek verbaasd terug en zei "Waksimo nola fritu maksi bosi Pieperot oli Nalufien" De drie konden nu niet meer volgen, ze waren immers alleen en er moest toch iemand dat gezegd hebben.
Ze begonnen toen te zoeken naar wie dat gezegd had. Waksimo keek onder de grijze berg maar daar waren alleen maar stinkende rottende bladeren. Pieperotje op zijn beurt nam een kijkje in het mierennest, maar daar zaten alleen maar een paar wachters die hem met felle prikken weer wegjaagden ver van hun koningin vandaan. Volgeprikt met rode puntjes keerde hij terug met een beteuterd gezicht dat liet zien dat ook hij niets gevonden had. Vervolgens ging Nalufientje een kijkje nemen in het muizenhol. Ze wou juist een hoekje omgaan en plots zag ze daar een grote vieze slapende spin. Verschrikt rende ze zo snel mogelijk weer weg naar niets omkijkend. Volhangend met spinnenwebben kwam ze terug aan bij de twee vriendjes en het was ook duidelijk dat zij niets gevonden had.
"Hey flippo's, ik ben hier!!! Mag ik nu meedoen?" hoorden ze het stemmetje weer en tegelijkertijd sprong Waksimo luidkeels roepend een kilometer in de lucht. Iemand had hem gestoken in zijn kleine billetjes. Wrijvend over zijn pijnlijk billetje keek hij om en zag toen de zoemende bij. "Waksimo pikkiepoksie aumai poepsie" mopperde Waksimo tegen het bijtje. "Ik versta geen snars van wat je zegt, mag ik nu meedoen?" onderbrak het bijtje Waksimo's gemopper. Waksimo keek Pieperotje en Nalufientje vragend aan. "Slieperop bahyikesboeh di kropsi misa?" merkte Nalufientje op.
Waksimo's gezicht klaarde onmiddellijk op en al lachend knikte hij naar Nalufientje. Vervolgens haalde Waksimo een piepklein nectarsnoepje uit zijn zakken en gaf het met een grote glimlach aan het kleine bijtje. "Wikra bonni si papri Waksimo, Pieperot oli Nalufien!" zei hij erbij. Het bijtje nam het kleine snoepje aan en zoog met volle teugen aan de nectar tot… "Bah yikes boeh amai pffft oehoehoooo…" en zo ging het kleine bijtje nog even door. Nalufientje, Pieperot en Waksimo schaterden het uit van het lachen want hun truk met de smoelentrekker was gelukt. Nog wat vieze gezichten trekkend mopperde het bijtje "Waksimo du brabi so mikosle!!!" "Waksimo bribbo si prapi bibi" glimlachte Waksimo terug.
Verbaasd keek het bijtje Waksimo en zijn twee vriendjes aan. Had ze hem daarnet verstaan? Ja dat had ze en vroeg toen verder "Biba Mayadebij oli malita biko noske, brisne da volka?". Waksimo en de twee vriendjes knikten. Natuurlijk mocht ze meedoen. Waksimo zou het haar wel uitleggen terwijl Pieperotje en Nalufientje zich gingen verstoppen. En zo stak Waksimo van wal "Wunko Waksimo plosi delan bobomi oli va wunkolin. Ni Wunko, Dunko, Trunko bis Milunko. Dunko Waksimo sliepsap 'PIEPEROT, NALUFIEN OLI MAYADEBIJ…. WAKSIMO VOKI SPAPSIEPAP!!!' . Trunko Waksimo vokii Pieperot oli Nalufien oli bibi spapsiepapi oli bas Waksimo glukpas dimi Waksimo papriefo dis momito oli tikkarot bobomi! Capisandro bibi?" Het bijtje knikte weltevree en ging er van door om zich ook te gaan verstoppen. En sinds die dag speelde het bijtje mee.