k bevind me op een plek,
waar men m'n jeugd heeft teruggegeven.
Waar men heeft gezorgd,
dat ik zonder vader kan leven.
Jij wil me nog altijd zien,
en zeggen dat je van me houd.
Maar door jou domme gedrag,
is niks meer vertrouwd.
Er ontstaat een kloof tussen ons,
die jij nog had willen voorkomen.
Maar door je eigen stomme schuld,
is ie alleen maar groter geworden.