Ik vroeg de wind, til me op
en laat me zweven totdat
ik het einde vind.
Ik vroeg de zon,schijn fel
zodat er geen regen komt
aan de tocht die ik begon.
Want daar, ergens ver weg
ligt het gezochtte einde
nog verder dan de evenaar.
In mijn geheugen, staat het
gegrift en ik ben er zeker van
het is geen leugen.
Goud geplaveide gangen,
geuren van saffraan
gouden slierten hangen
tegen de wanden aan.
Daar en dat is mijn wil
moet je mij laten zakken
daar is er het groot verschil.
Satijn gekleedde maagden
jongetjes met bloemenkrans
Paden blinkend en niemand vaagde
Melodiën die nodigen ten dans.
Ik stond geeuwend op
en voelde de harde grond.
Toen ik terug met beide
voeten op wat aarde stond