Dwaas
kijkend vraagt zich af
wie er nou dwazen zijn.
Zijn passen onderscheiden weer
gelijke tred, iets anders neergezet .
De klok klept uren weg.
Seconden klinken over daken.
Sonore bimbams heien slagen
van geluid tot dagen.
Dwaas doet raar
en pakt het klokgelui.
Vergooit de dagen uit eentonigheid
kraakt noten uit de uren
en maakt seconden stuk,
stuk voor stuk,
tot tijd.
WIL MELKER
08/09/2000