De lichtblauwe ogen vulde zich langzaam
Met tranen zo licht en zo fijn
Langzaam werd het te veel
En overstroomden ze
De traan kwam te voorschijn als een flits in het donker
Langzaam strekte hij zich uit en liet zich naar beneden voeren
Daar werd hij opgewacht door een bolling
Iets trager ging hij de bolling op, om er snel vanaf te rollen
Hij kwam bij een inkeping die langzaam open ging
De traan vocht zich een weg door de inkeping naar buiten
Maar er kwam iets groots te voorschijn
De traan werd meegenomen de inkeping in
De smaak die toen de holte invloeide was zout
De ogen gingen dicht en de inkeping ging omhoog
Het meisje lachte en zei:
‘Dat was zout, meer niet.
Dag traan, teken van verdriet.’