in mezelf dwaal ik rond,
op een vreemd terrein,
ik wist niet dat die plaats bestond,
dat jij daar bij mij kon zijn.
samen kijken we hoe de zon ondergaat,
op een goud geel zacht strand,
luisterend hoe de zee zen golven slaat,
en dan wegzinkt in het warme zand.
bewonder hoe de maan weer verezen wordt,
hoe de sterren hem trouw vergezellen,
nu het maanlicht op ons wordt gestort,
wil de zee dat ik je zal vertellen,
chatie,dat er zonder jou geen leven is,
ik me zonder jou enkel eenzaam kan voelen,
dat ik zou wegkwijnen van hard gemis,
men wereld ijzig koud zou aanvoelen.
kom en geef me je liefde en trouw,
ik geef je al wat men hart bezit,
met trots word ik ooit je vrouw,
getooid voor jou in wolkjes wit.