Zeug
Zeug.
Ik zou zo graag een zeug zijn,
Nee, dat is geen flauwekul,
Met zijen spek, dat lijkt me fijn
En het verstand op nul.
Dan zie ik plots een leuke beer
Daar kijk er wel even naar
En weet dan wil ik meer
Maak een uitnodigend gebaar.
Mijn staart krult bij de gedachte
Kan mijn geluk niet op.
Ik hou van het onverwachte,
Voel mij al moeder in de dop.
Dus mensen allen even opgelet
Tien biggen aan de borst
Al mijn tepels druk bezet,
Die beestjes hebben honger, dorst.
We hebben ook vakantie rechten,
Elk jaar gaan we met de tent
Houden heuse moddergevechten
Dan ben ik echt in mijn element.
han janzen 24-09-2006
Over dit gedicht
| Auteur: neznaj | 
|
|
| Gecontroleerd door: Sunflower | ||
| Gepubliceerd op: 05 oktober 2006 | ||
| Thema's: | ||