Ik wil iemand die me op kan eten,
mijn ingewanden kan roeren als een pan
spaghetti, aan mijn oren kan sabbelen en mijn
ogen uit kan laten puilen, mijn voeten kan laten
dansen op de kleuren van de tango of de salsa en mijn
gevoelens kan weerspiegelen met een glinstering in zijn oog.
Hij staat op me te wachten in een portiek met een sigaret
nonchalant in zijn mondhoek, hij durf niet te praten,
zijn handen zijn de handen van een pianist,
slank en rank als ze langs zijn benen hangen
en als ze muziek maken en de toetsen raken,
want zijn handen spelen al op mijn naakte lichaam.