Rouw
Mijn tranen waren jarenlang,
Door leed en eenzaamheid verdroogd,
Mijn hart zo koud zo leeg en bang,
Als het ware uitgeloogd.
Mijn vader stierf heel plotseling,
Ik hoorde een stem die over de telefoon,
Zo heel gewoon zei:"telegram...
Vader overlieden".
We waren net verhuisd, we woonden in Montana,
Het land Amerika, waar ik nog niemand kende,
Ik wilde een kind, nieuw leven, nieuw begin,
Om de leegte op te vullen.
En weer verhuizend kwam het nieuws,
Dat mijn broer tijdens zijn huwelijksreis,
Hij, die zo lang bij mij had ingewoond,
Door een ongeluk was omgekomen.
Het nieuwe leven in me groeide,
Ik wilde het welkom heetten, wilde mij verheugen
Maar daar waar tranen waren uitgeput
Groeide geen echte vreugde.
Het bevroren hart moest door de tijd,
En door muziek heel langzaam gaan ontdooien,
Ik kreeg nog veel om dankbaar voor te zijn.
Ik heb het kunnen rooien.
Roelie T. Kuilder.