Ik geloof, de liefde tussen jou en mij kan bestaan,
want jij doet mijn hartje sneller slaan.
Telkens als ik je zie, kijk je mij aan,
alsof er nooit een bloem voor ons is opengegaan.
Je ogen zijn je grootste troef,
waarom staan ze dan zo droef?
Wat gaat er toch in je hoofd om,
wil je niet dat ik dichter bij je kom?
Je bent, zoals ze zeggen, heel verlegen,
als je wat voor me voelt, houdt iets je tegen.
Waarom zeg je nooit iets tegen mij,
als je dat ooit durft, maak je me dolblij!
Vanbinnen brandt de kaars alleen voor jou,
is het daarom dat ik van je hou?