Mijn dagdromen namen vaste
vormen aan, als bij
een plotselinge metamorphose.
Ik dans met de vormen
als van mij.
Jij leeft en ik door elkaar.
En omdat ik er onbekend mee ben
ontken ik het te geloven.
Een dag blijft er toch maar 1
en de nacht zal te kort zijn.
Een gevoel dat ik niet ken,
geluk was niet voor mij bedoeld;
Morgen word ik wakker.
Toekomst kwam er toch weer aanlopen
tegen al mijn verwachtingen in,
in schoenen van opgepoetste passie.
Misschien een uitzondering..
Waarschijnlijk wel,
of niet, ik mag niet hopen
noch geloven.
Valse hoop is makkelijk ontvangen
van mijn kant,
omdat ik maar wat graag wil.