Emotieloze groene vlakken
doemen voor mijn ogen op
Angst beklemt me, als striemende takken
of een puntzak met waardeloze drop.
de muziek gaf een stroomstoot
En ik voelde eerst mijn hart
toen mijzelf als dooraderd met rood
hetgeen mij wel verwart.
De klok die jaagt ons voort, zelf zo onverstoord,
Tijd laat geen weg terug, misschien maar goed,
waarin om een droom wordt gemoord
en ieder zwemt in zijn eigen bloed.