Verweesd geweest
De golven sloegen om mijn lippen heen;
verscheurd, gekleurd naar rode ogen. On-
bewogen stond ik daar, woorden die waren
gelogen. (Ongemeend liefde gesproken.)
Wijsheid in de spot verdwenen - trouw had
ik al die tijd geleend.
Onbewust mijn mening gegeven, toch
is mijn woord al reeds gezegd (minder
op de minne leven) en ik was verzwonden
in het donker dat men niet meer zag. Mijn
pen schreef het droef-beklag, de troost
die niemand ooit had verwacht.
In duisternis was ik weggeslopen, niet wetend
dat ik nooit winnen zou. Met mijn hart gestopt
liep het lichaam door. Fideel gebleven,
aan mijn streven. Mijn ogen keken en het
hoofd bleef denken, wat mijn mond nimmer
meer kon spreken.