Ik zie nog hoe jij van mij wegliep - voor altijd
in mijn oogleden gebrand. Ik hield van jou, mijn liefste
maar ergens in de loop der tijd - en de uren, dagen
maanden die nog volgden - raakte jij mij kwijt
Liefde van mijn leven werd zo liefde - maar voor even
leek ook wat wij als een huis hadden gebouwd en
als een vesting verdedigen wilden, standvastig als
de eeuwenoude muren van mijn kinderdromen
brokkelt toch de eerste steen
af, zo volgt een tweede tot er
van alles wat ik kennen wilde
niets meer overeind staat
gisteren is dood
en morgen ken ik niet