Een auto met bumper omhoog in de gracht,
het vallen van de avond in de nacht.
Een jongen rillend 500 meter verder in de wei,
voelende er is nog iemand meer, er is nog een zij.
Een handtas in de wagen waargenomen,
zoekende waar is ze terecht gekomen.
Gezocht met al men kracht,
gevoel dat me tot bij haar bracht.
In een diepe gracht aan de overkant verderop,
een lichaam gevouwen als een pop,
Trekkende omhoog
geen gezicht meer, zelfs geen oog.
Bij haar blijven staan, terwijl iedereen vlug verdween,
wou ze niet achterlaten in die gracht alleen.
Haar vastgenomen, pratende tegen haar, biddende tot god,
voor deze bijzondere fragiele jonge barbiepop.
Eindelijk verplegers in zicht,
maar de nacht doofde haar licht.
Broer die zus haar leven verreed
ouders in zoveel leed,
een race tegen de tijd
die hen nu een heel leven spijt.
3 dagen later ben ik haar een laatste groet gaan geven
om van haar afscheid te kunnen nemen.
Toen zag ik voor het eerst haar gezichtje zo fijn,
ze lag zo mooi,rustig gelukkig te slapen zonder leed of pijn.
Het liedje 'de roos' liet me die week verwerken wat ik zag,
haar begrafenis was prachtig en juist op die dag,
speelde ze tot afscheid 'de roos' alsof.., ze in me was.
Af en toe bezoek ik haar,
we kennen mekaar
na jaren voel ik me nog verbonden
met de poppemie die ik toen heb gevonden.
20/10/2006