Je fluistert zachtjes mijn naam,
maar ik wil het niet horen,
ik kan het niet aan,
dat je uit mij bent geboren.
Een diepe leegte binnenin,
als een mist in de straten van mijn gedachten,
wat heeft het nog voor zin,
je bent mijn woorden aan het verkrachten.
Ik kan het je niet zeggen,
dat er stilte in mijn hoofd moet zijn,
ik zou het aan je uit willen leggen,
je doet mij zoveel pijn.
Zwarte tranen in een verloren wereld,
een dagelijks gevecht, een eeuwige strijd,
ik sta voor een gebroken spiegel,
laat me gaan, nu is het de tijd.