Woensdag dan is het zo ver.
Dan gaan we naar de wedstrijd.
Zij gaat misschien met je mee.
Zal ik haar haten of is het een leuke meid.
Val ik dan in een depressie.
Zal ik dan weggaan.
Misschien niet eens komen.
Of toch blijven staan.
Zal ik verdrietig worden, naderhand.
Zouden de dagen erna donker zijn.
Ik weet niet waar ik in beland.
Of het meevalt of ik verrek van innerlijke pijn.
Maar ik ga dat staat nu vast.
Misschien ben ik wel gemeen.
Ik zal blij zijn en verrast.
Als jij komt, alleen.
(zonder haar)
22-10-06