Ik droomde dat mijn droom een vogeltje was
met vleugels en een staart
en dat hij mooie veren had
en kon vliegen met een vaart
Hij vloog dan over land en stad
en waar hij maar kon komen
totdat hij geen puf meer had
en toen stopte ik met dromen
ik werd wakker en wist niet meer,
hoe mijn droom toch ging
totdat ik een blik naar buiten wierp
en een klein vogeltje opving
Hij zat daar vredig op een tak
en fluisterde in mijn oor
slaap maar lekker verder meid,
droom maar lekker door
Dus daar ging mijn droom maar weer
vliegend over land en zee,
met zijn vleugels en zijn veren,
maar nu vloog ik met hem mee