Door de open poort
komt de kilte van de mist
binnen gewaaid
als een beangstigend gevoel,
een overmeesterend gevoel.
Honderden bloemen
scheppen een matte kleur over
de vele graven.
Een treurwilg maakt sierlijke bewegingen
in het holst van de nacht.
Zachtjes heen en weer wiegend
naar links, naar rechts,
links …, rechts…
Verdorde bladeren
worden meegedragen door de wind
al golvend door de mist,
meegedragen tot aan je graf.
En zij bij jou aan je graf,
geveld door het leven,
in elkaar gestort bij jou
tot op haar knieën gebracht.
Tranen in haar ogen,
snakkend naar adem,
snakkend naar troost.
Volledig op.
Kijkend naar je foto,
kijkend naar de roos
dat ze in haar handen houdt.
Eindeloze liefde,
eindeloze gedachten.
Haar laatste toevluchtsoord
bij jou, enkel en alleen bij jou.
Vasthoudend aan de roos,
een warm gevoel
druppeltjes bloed op je graf
druppeltjes tranen op je graf.
Eén grote leegte.