Er waren eens 3 reuzen,
Met lange dunne neuzen
Ze lagen netjes op een rij,
te slapen in een groene wei.
Toen kwamen zachtjes zonder roepen,
Drie dwergen op hun blote voeten
Ze legden stilletjes, tis heus,
een knoop in elke reuzenneus.
Ik weet niet wat ze dachten,
Maar een der reuzen lachtte
En d'anderen lachten heel hard mee,
Want reuzen zijn zo kwaad niet ,nee.