Een laatste maal
de bloemen gezien.
Een laatste maal
de dauwdruppeltjes op het gras.
Nooit meer afvragen waar je bent
of alles goed met je gaat.
Je stem al golvend door de kamer,
een weerklank als engelenzang.
Een roos,
zo broos en eenzaam,
zo mooi en onbereikbaar,
maar toch zo lief en adembenemend.
Mijn hand op je
sneeuwwitte gezicht.
Een traan dat zich verschuilt
in je stralende ogen.
De laatste kracht dat je bezit,
je laatste adem.
Jij hier in mijn armen,
levenloos, koud
hartverscheurend.