Ik kijk met een
blik vol melancholie
naar de kastanjes die ik had
geraapt, gister in het bos.
Zoals ik vroeger deed,
en mijn oma me de
hoedjes van
eikels gaf.
En ik er
vol overgave
maar tevergeefs
op begon te blazen.
Geurende aarde
en gevallen
blaadjes.
Zo was het
Toen.
En ja, bossen,
die veranderen niet:
herfstkleuren en rennende
eekhoorns en spelende kinderen.
En ja, ik druip van melancholie
als mijn vriend me betrapt
met denappels plukken.
Om ze later
Te kleven op papier
En aan oma te laten zien.
Zolang bomen verdikken.
Zo zal het gaan.