Ik heb een goede dag
Het leek wel of alles wat ik zag
Bijzonder was, lente leek het wel
En terwijl ik al die mooie dingen tel
Vraag ik me bang af
Of het eenmalig is, een soort straf
Om later weer dieper weg te zinken
En mijn gedachten weer te verminken
Met een gestoorde kijk op de dingen
Terwijl de vogels zingen
Diep bedroefd de wereld te bekijken
Omdat al het moois toch slecht kan blijken
Dan ben ik bang voor de terug keer:
De vogels weg, geen vlinders meer
Levende kleuren houden op te bestaan
Alleen grijs, waar ik wadend door moet gaan