Het jongetje op de stoel.
Enkele jaren geleden, voor ik met pensioen ben gegaan, werkte ik als verzekeringsinspecteur.
Ik ben bij mensen van allerlei pluimage geweest. Van schatrijke tot straatarme personen.
Vooral in hartje Antwerpen kwam ik bij gezinnen terecht die in extreme staat van ontbering leefden.
In sommige verpauperde straatjes kon je de ellende van de gevels aflezen.
Het Antwerpse gezegde ‘Arm maar proper’, klopt van geen kanten. De meeste marginalen zijn zo ver weg dat ze geen zelfrespect meer hebben. Zij laten Gods water over Gods akker lopen en leven tussen de grootste vuiligheid.
Niettegenstaande ze voor zichzelf vaak geen eten kunnen kopen, houden ze er meestal nog enkele huisdieren op na.
Ooit werd ik ontvangen in een kamertje van vier bij vier waar gegeten, geleefd en geslapen werd. Er woonde een bejaard vrouwtje. Sanitair was er niet, alleen één kraantje in de gang, dat drupte in een vies verroest lavabootje in de vorm van een pisbak. Het oudje zag grauw als gekauwd krantenpapier. Haar grijze haren hingen in klitten, als ongewassen schapenwol, langs haar gerimpeld gezicht.
Toen ik het kamertje binnenstapte kwam er een ondragelijke walm mij tegemoet. In het kleine vertrekje zaten niet minder dan twaalf katten. Ik moest mij zetten omdat ik formulieren moest invullen. Ik was zo onbeleefd om wat papieren uit mijn koffertje te nemen, er enkele op mijn stoel en een paar van op de tafel te leggen. Tegen de muur recht over mij, zag ik vier kattenbakken staan die waarschijnlijk in geen weken gereinigd waren. De vlooien sprongen er over de tafel en de loslopende katten sprongen regelmatig op mijn schouders.
Toen ik klaar was met mijn opdracht ben ik regelrecht naar huis gereden. Mijn kleren heb ik in de was gegooid en dan, nam ik een oneindig lange douche.
Daarna heb ik de sociale dienst over deze peniebele toestand op de hoogte gebracht. Daar hoorde ik het onwaarschijnlijke. Zij wisten ervan, maar het oudje weigerde om naar een rusthuis te gaan. Zij wilde geen afscheid nemen van haar katten zeiden ze.
Dat was maar een van de hartverscheurende toestanden die ik op mijn wegen tegenkwam.
Zo kwam ik eens bij een gezin terecht in de Spaarstraat te Antwerpen. Een van de meest verloederde straatjes van de stad.
Het zijn er zeer kleine vervallen huisjes waar alleen kansarmen wonen.
Hoe groot was mijn verbazing toen ik de woonkamer binnen werd geleid. Het was een vertrek van vier op zes meter. De wanden waren behangen met krantenpapier. Rechts in de hoek van het kamertje stond een gegalvaniseerde hondenren. Van bij benadering eenmeterzeventig hoog. In het midden van de kooi stond een stoeltje met afgezaagde poten. Daarop zat een mentaal gehandicapte jongen van ongeveer zestien jaar, die monotoon met zijn rug tegen de leuning van het stoeltje beukte.
Ik ben zelf de vader van een gehandicapte jongen dus men kan zich voorstellen wat er door mij heen ging.
Ik bekeek de moeder die mij had binnengelaten en vroeg haar.
“Waarom zit die jongen daar in die kooi?”
“Wij zijn verplicht om hem daarin te zetten mijnheer.”
“Verplicht, mag ik dan eens weten waarom en van wie?”
“Hij drinkt alles uit wat hij vindt, white-spirit, javel, alles wat hij te pakken krijgt.”
“Mevrouw,” zei ik woedend.”Zou het dan niet verstandiger zijn alle gevaarlijke producten in die kooi te zetten in de plaats van die jongen! Het kind heeft potverdorie niet eens een fatsoenlijke stoel om op te zitten!” brulde ik ziedend van woede.
“Wij hebben de poten er moeten afzagen, anders klimt hij erover.” Zei ze.
“Mevrouw u bent een monster,”riep ik buiten mijzelf
Zij begon te wenen.
“Ik wil het niet, maar het is mijn man, als Eddy in de kooi zit is hij veilig. Ik heb de sleutel. Als Jaak zat thuis komt slaat hij Eddyke,”snikte ze
“Eddy kom eens hier en toon mijnheer je rug eens.”
Het jongetje kwam recht keerde zich om en trok zijn hemd omhoog.
Ik werd misselijk. De rug van de jongen stond vol rode striemen die duidelijk gebloed hadden.
“Dat heeft Jaak gedaan, met zijn broeksriem.”
Zij liet haar tranen de vrije loop.
Dat was een toestand die niet mocht blijven duren. Ik stapte regelrecht naar het politiebureel en deed aangifte.
Later werd de jongen naar een instelling overgebracht waar hij een goede verzorging kreeg. Ik weet niet wat er verder van hem geworden is. Maar tijdens een bezoek, zei de verpleegster dat hij zijn moeder zo erg miste. Er keek niemand meer naar hem om. Ik ging naar hem toe. Hij zat op een stoel, staarde wezenloos voor zich uit en deed dezelfde monotone bewegingen als toen hij nog in de kooi zat.
soulsister: | Donderdag, november 09, 2006 18:24 |
wat een aangrijpend verhaal en ja zulke dingen gebeuren spijtig genoeg liefs |
|
sunset: | Donderdag, november 09, 2006 09:30 |
Aangrijpende gettoonde beelden verhaal je hier. Ik heb het in stilte gelezen. Liefs en mijn vriendschappelijke genegenheid, sunset |
|
remie: | Donderdag, november 09, 2006 09:18 |
triest zoiets...liefs remie | |
Reiger: | Donderdag, november 09, 2006 08:14 |
Met diepe ontroering en verbijstering gelezen.... | |
Artifex: | Donderdag, november 09, 2006 08:09 |
Rakend geschreven... Liefs, Artifex. |
|
tears for you: | Donderdag, november 09, 2006 07:49 |
zo diep doevig ,woorden zijn hier overbodig tears |
|
Hilly N: | Donderdag, november 09, 2006 07:35 |
Schrijnend, zo diep triest. Ik hoop voor je dat je toch ook leuke dingen mee gemaakt hebt toen je dit werk deed. Maar dat zal vast wel. Wederom weer heel mooi geschreven. Groet en fijne dag van Hilly |
|
Windwhisper: | Donderdag, november 09, 2006 06:46 |
Wat erg dit, ben er stil van, als voormailg verpleegkundige en gezinsverzorgster weet ik wel van wantoestanden af, maar elke keer huilt mijn hart. Lief van je dat je het onder de aandacht brengt. Cobie |
|
Herman Coppens: | Donderdag, november 09, 2006 01:00 |
Waarom vind ik dit ontroerender dan een kerstverhaal? Spijtig dat deze gruwel nog verder groeit. Ik ben je dankbaar dat je deze schrijnende toestanden ook onder onze ogen en belangstelling wilde plaatsen. Knuffelgroetjes, Herman. |
|
mums: | Donderdag, november 09, 2006 00:44 |
hier moet ik echt even van slikken...triest..intriest, vooral het weten dat deze dingen gebeuren, ook nu 2006. Techniek..we kunnen alles. maar hier iets tegen doen... liefs mums |
|
switi lobi: | Donderdag, november 09, 2006 00:39 |
Aangrijpend... het geeft me een brok in de keel. Dikke kus...liefsliefs, switi lobi |
|
bijouken: | Donderdag, november 09, 2006 00:26 |
Verschrikkelijke toestanden, doch herkenbaar. Er gebeuren nog dagelijks zulke dingen. Ik lees je graag. Liefs, knuf. |
|
lonely 1: | Donderdag, november 09, 2006 00:15 |
trieste verhalen, maar wel weer zo goed verteld, ze blijven boeien tot het einde. ik hoop alleen dat je ook leukere dingen hebt meegemaakt, want deze zijn toch echt heel erg; liefs, lonely 1 |
|
red one: | Donderdag, november 09, 2006 00:13 |
vreselijk echt ik heb hier de tranen in mijn ogen staan.. hoe kan zoiets bestaan.. ik zie hem zo voor me.. slaap lekker redje |
|
Auteur: rovago | ||
Gecontroleerd door: michris | ||
Gepubliceerd op: 09 november 2006 | ||
Thema's: |