Zeg niet dat je me graag ziet.
Ik wil geen losse woorden in zo'n kostbaar ogenblik.
Ik wil voelen, niet laten voorbijwaaien.
Waarom leven als niets echt is?
Als geen enkele bron fris water geeft,
waar moet men dan water halen?
In een zee van verstikkend zout?
Of beter drijven en nooit op de grond komen,
wenen en nooit een traan zien?
Wat is nooit?
Is het een moment? Een tijd? Een ogenblik?
Bestaat nooit?
Kunnen we dan wel Ooit vrienden zijn?
Of is tijd grootser dan wat dan ook?
Is tijd machtiger dan vrienden?
Dan wij....?
Als er een wij, een vriendschap, is,
waar is hij dan?
Zoekt hij iets en vindt hij niet?
Zoekt hij mij en vindt hij me niet?
Of zoeken zijn ogen een verleden schim
die weggevallen is in de tijd?
Misschien zij beenderen te vast, te hard...
net als woorden:
ik zie jou niet graag.
Pijn door het hart,
vel verscheurd door eeuwige chaos.
Door 1 zin gebroken.
Een vriend wordt een vijand,
een stilte een leeg hart.
Waarom zijn mensen een tijd stil?
En waarom juist als lege harten al leeg zijn?
Is hun wereld zo mooi dat ze de duisternis van anderen verblindt?
Of zijn de sterren in die duisternis uitgedoofd?
Ooit straalden sterren door het zwart.
Belichten ze een vriend, een stem.
Een telefoon die rinkelde.
Een lach die weergalmde.
Ruzie, tranen, vreugde... vrienden.
Nu geen ruzie meer,
geen tranen meer,
geen vreugde meer
...geen vrienden meer?